top of page

Fair play

Vrijwel iedereen die aan sport doet, of heeft gedaan, kent wel de term fair play. Globaal kunnen we het fair play-beginsel omschrijven als 'het hanteren van een aantal afspraken en regels om de sport voor zo veel mogelijk mensen aantrekkelijk en plezierig te houden'.

Conventus werkt samen met u aan respect en sportiviteit!

 

Vrijwel iedereen die aan sport doet, of heeft gedaan, kent wel de term fair play. Globaal kunnen we het fair play-beginsel omschrijven als 'het hanteren van een aantal afspraken en regels om de sport voor zo veel mogelijk mensen aantrekkelijk en plezierig te houden'. Fair play is in feite een gedragscode voor de manier waarop we samen aan sport willen doen. Door bewust met die onderlinge afspraken en regels om te gaan, kunnen we de sport ook in de toekomst eerlijk en aantrekkelijk houden.

 

Maar helaas kennen we allemaal de voorbeelden van spelovertredingen, scheldpartijen en agressief gedrag. Sport moet sportief blijven, want sportiviteit en respect dragen bij aan een plezierige en gezonde sportbeoefening. Sporten in zo’n omgeving vergroot de kans op life-time sportbeoefening, behoud van leden en vrijwilligers en het voorkomen van blessures. Alle reden om sportiviteit en respect actief te stimuleren en hier voortdurend aandacht aan te besteden. Sportiviteit en respect beoogt het bevorderen van de (her)waardering en toepassing van waarden en normen bij sportbeoefening zowel binnen als buiten de georganiseerde sport, waarbij de nadruk ligt op begrippen als verdraagzaamheid, sportiviteit en respect.

 

Vooral onze jongste jeugd kan nogal eens in verwarring gebracht worden door tegenstrijdige aanwijzingen / aanmoedigen. Daar waar de coach roept om vooral met zijn allen te verdedigen kunnen de ouders roepen om meer achter de bal aan te jagen en ziehier, het dilemma is geboren. Want naar wie moet het kind nu luisteren? Zijn dat papa, mama, opa, oma aan de ene kant of toch maar de coach aan de andere kant. U begrijpt dat dit heel verwarrend kan zijn voor een kind en zelfs voor een heel team. Wat je dan vaak ziet is dat de kinderen dan zelf maar wat gaan doen en er dus totaal geen sprake meer is van een georganiseerde teamsport. Daarom hieronder wellicht nog eens een paar punten ter overweging als u naar de wedstrijd van uw kind komt kijken:

  • Laat tactische opmerkingen voor het spel over aan de coaches, zij hebben vaak met de kinderen in de kleedkamer                          afgesproken hoe er gespeeld gaat worden.

  • Blijf altijd positief, ga vooral de fout niet benadrukken, de kinderen weten vaak zelf heel goed dat het anders had gemoeten.

  • Blijf ook na de wedstrijd in de kantine of onderweg naar huis (met andere kinderen erbij) positief, als u vindt dat uw kind het        beter had moeten doen, kunt u dit beter thuis vertellen. Zeg dan niet dat iets fout ging, maar dat er dingen nog beter                    kunnen.

  • Doelpunten belonen met geld of iets anders roept egoïsme op en is zeer ongewenst. Als je goede prestaties wilt belonen kunt      u wellicht met teamouders afspreken om een gezamenlijke pot te maken en er aan het einde van het seizoen een leuk uitje          van te organiseren.

 

Fairplay Scoort!

 

Beperking van blessures voorkomt persoonlijk leed en levert ook nogal wat financiële besparingen op. Te denken valt in dit kader aan medische kosten en die van arbeidsongeschiktheid. Fair play vereist niet alleen dat iedere sporter zelf de (spel)regels naleeft, maar ook dat we elkaar (blijven) stimuleren naar de geest ervan te handelen.

 

Ook dienen we de regels zo nodig aan te passen om het spel plezier te vergroten (kwaliteitsaspect).

 

Buiten de sporter en zijn directe omgeving (ouders, trainers en begeleiders) bepalen ook tal van andere invloeden en instanties de sfeer waarin sport wordt beoefend, zoals de media, sponsors en de toeschouwers.

 

Trainer-coaches die betrokken zijn bij jeugdsport, hebben eveneens te maken met de ouders van hun pupillen, zowel in positieve als in negatieve zin. In positieve zin uit zich dat bijvoorbeeld in oprechte belangstelling en het bijwonen van wedstrijden van hun kinderen, zonder zich daadwerkelijk met de gang van zaken te bemoeien. Helaas zijn er ook ouders die het liefst op de stoel van de trainer-coach zouden gaan zitten. Hun kritiek is dan niet van de lucht. Toch moet een trainer-coach ook in dergelijke gevallen proberen on speaking terms te blijven met deze ouders, en hen ervan overtuigen dat het voor zowel hun kind als voor het team verreweg het beste is om de coaching aan de trainer en begeleiders over te laten.

 

MENSENWERK

Scheidsrechters maken soms fouten; het is en blijft mensenwerk. Trainer-coaches en begeleiders dienen dergelijke (vermeende) fouten te accepteren. Dat geldt tevens voor de spelers die zij onder hun hoede hebben. Je kunt ze trainen totdat ze er bij wijze van spreken bij neervallen en ze volproppen met tactische opdrachten; toch worden er tijdens de wedstrijd veel fouten gemaakt. Dat is niet erg, want fouten horen nu eenmaal bij de sport, het zou anders maar een steriel spelletje worden. Mogen scheidsrechters dan af en toe ook een foutje maken? Ook is er bij sport soms sprake van psychologische oorlogsvoering. Dat uit zich bijvoorbeeld in tijdrekken en intimidatie van de tegenstander. Ook een dergelijke handelwijze mag niet worden gestimuleerd.

 

Conventus is een leuke club die sportiviteit en respect voor staat, samen zullen we daar aan moeten blijven werken!

bottom of page